Palmzondag

Pater Johannes van het Kruis is een van de weinigen in dit klooster die iets te zeggen hebben in een preek. Wanneer hij aan de beurt is luistert iedereen… Sprekend over de vriendschap met Christus zie hij dat er in elke vriendschap een eerste stadium is: wij zien de daden van onze vriend en leren hem daardoor kennen. Maar nadat wij hem hebben leren kennen, zien wij zijn daden anders en nog slechts in het licht van wie hij zelf is. Daden die ons anders in de war zouden brengen of ons dubbelzinnig zouden lijken, nemen wij dan aan omdat wij weten wie hij is. De overgang komt wanneer wij de meest geheime hartsverlangens van onze vriend kennen. Zo zien wij het lijden van Jezus en in Zijn schijnbare mislukking, Zijn overgave aan de vernietiging wanneer Hij zichzelf had kunnen redden: het diepste verlangen van Zijn hart was echter de Vader te beminnen en met de zaken van Zijn Vader begaan te zijn. Het is daarom niet nodig dat wij alles weten en begrijpen van het kruis, het koninkrijk of de weg naar het koninkrijk. Wat wij moeten kennen is het diepste hartsverlangen van Christus, en is dat wij met Hem het koninkrijk zouden binnengaan. Ik zou er misschien voor mezelf aan toevoegen dat het diepste hartsverlangen van Christus zich openbaart als dat kleine punt van niets-zijn en armoede, dat maagdelijke oog waardoor wij Hem kennen!

Thomas Merton, Conjectures of a Guilty Bystander blz.159-60. Vertaling: Dirk Doms

 

 

Zijn liefde

Hoop niet omdat je denkt dat je goed kunt zijn, maar omdat God ons liefheeft ongeacht onze verdiensten en omdat het goede in ons van Zijn liefde komt, niet van onszelf.

Hidden Ground of Love: Letters on Religious Experience and Social Concerns 1985 blz.156

Geven

Om lief te hebben, moet je uit de wieg kruipen, waar je alles ‘krijgt’, en opgroeien tot de volwassenheid van geven, zonder daarvoor iets speciaals voor terug te verwachten.

Thomas Merton, Love and living  Blz 34

 

Vasten heeft zijn waarde

Eens kwamen twee broeders bij een bepaalde oude die de gewoonte had niet elke dag te eten. Maar toen hij die broeders zag, nodigde hij hen opgewekt uit met hem het avondmaal te gebruiken. Hij zei: “Vasten heeft zijn waarde, maar iemand die eet uit naastenliefde, vervult twee geboden: hij verzaakt aan zijn eigen wil en hij voedt zijn hongerige broeders.”

Thomas Merton, Wijsheid uit de woestijn. Uitspraken van woestijnvaders uit de vierde eeuw, CXLI