Een chronologie van het leven van Thomas Merton

  (overgenomen uit: Jim Forest, Leven met wijsheid p.21-26)

 

1911    Mertons ouders, Owen Merton (een kunstenaar opgegroeid in Nieuw Zeeland) en Ruth Jenkins (een kunstenares uit de Verenigde Staten) ontmoeten elkaar in Parijs waar ze beiden kunst studeren.

1914   Owen en Ruth trouwen op 7 april in Londen.

1915   Thomas Merton wordt op 31 januari geboren in Prades, in Frankrijk.

1916   Vanwege de Eerste Wereldoorlog verhuizen Owen, Ruth en Tom in de zomer van Frankrijk naar de Verenigde Staten, waar ze eerst inwonen bij de ouders van Ruth, Sam en Martha Jenkins in Douglaston, Long Island. In de herfst huren Owen en Ruth een vierkamerwoning in het dichtbij gelegen Flushing, Queens.

1918   John Paul Merton wordt op 2 november geboren.

1921   Op 3 oktober overlijdt Ruth Merton aan kanker.

1922   Thomas Merton begeleidt zijn vader op een schildertocht in Bermuda. Owen begint een affaire met de schrijfster Evelyn Scott.

1923   Terwijl Owen door Frankrijk en Noord Afrika reist, blijft Thomas bij zijn grootouders in Douglaston.

1925   Tom verhuist met zijn vader naar Saint Antonin-Noble-Val, 65 km. ten noorden van Toulouse in het zuiden van Frankrijk. John Paul blijft bij zijn grootouders.

1926   Tom wordt student aan het Lycée Ingres in Montauban, Frankrijk.

1927   Herstellende van tuberculose, verblijft Tom in de zomer bij de familie Privat.

1928   Tom verhuist met zijn vader naar het huis van Maud Grierson Pearce, de zus van Owens moeder, in Ealing in het westen van Londen. In september wordt hij student in Ripley Court, een voorbereidings-school in Surrey.

1929   Tom begint zijn middelbare school aan de Oakham Public School, 110 km. ten noordwesten van Londen. Wanneer hij in de zomer met zijn vader op vakantie is, wordt deze plotseling ziek. De doctoren constateren een kwaadaardige hersentumor.

1930   Vanwege de ziekte van Owen Merton, treft Sam Jenkins een financiële regeling voor zijn kleinzoons.

1931   Owen Merton sterft op 8 januari in Londen aan een hersentumor. Thomas Bennett, een Londense arts en goede vriend van Owen, wordt benoemd tot voogd voor Tom.

1932   Merton krijgt, tijdens een trektocht door de Rijnvallei in Duitsland, een wond aan een teen nadat hij door jonge Nazi’s van de weg is gereden. Terug op school in Engeland overlijdt hij bijna aan bloedvergiftiging.

1933   Nadat Tom in februari eindexamen in Oakham heeft gedaan, bezoekt hij in het voorjaar Italië, met een lang verblijf in Rome. Daarna brengt hij de zomer door in de Verenigde Staten en begint in oktober zijn studie op Claire College in Cambridge. Hij houdt zich vooral bezig met moderne talen (Frans en Italiaans).

1934   Na een moeilijk jaar in Cambridge vertrekt Merton naar de Verenigde Staten en gaat bij zijn grootouders wonen op Long Island. Omdat hij geen Amerikaans staatsburger is moet hij terug naar Londen om een Amerikaans visum te krijgen. Dit is zijn laatste bezoek aan Europa. Op 29 november vaart hij terug naar New York.

1935   In januari gaat Merton studeren aan de Columbia University.

1936   Sam Jenkins, Mertons grootvader, overlijdt op 27 oktober

1937   Martha Jenkins overlijdt op 16 augustus. Merton wordt benoemd tot eindredacteur van het Columbia’s 1937 Yearbook en tot kunst-redacteur van het Columbia tijdschrift, The Jester.

1938   In februari ontvangt Merton zijn Bachelor of Arts diploma en gaat dan naar Columbia’s Graduate School of English waar hij begint aan zijn afstudeerscriptie over William Blake. Op 16 november wordt hij in de katholieke kerk opgenomen in de Corpus Christi kerk in Manhattan.

1939   In februari behaalt Merton zijn graad van Master of Arts aan de Columbia University voor zijn studie ‘Natuur en kunst bij William Blake’. Op 25 mei wordt Merton in de Corpus Christi kerk gevormd en neemt de vormselnaam “James” aan.

1940   Merton wordt leraar Engels aan de St. Bonaventura Universiteit in Olean, New York. Hij wordt ook parttime vrijwilliger in het Friendship House in Harlem. In april, rondom Pasen, onderneemt hij een reis naar Cuba.

1941   In april gaat Merton naar de abdij van Onze Vrouw van Gethsemani in Kentucky voor een Paasretraite. Op 10 december, twee dagen nadat hij ontslag heeft genomen als leraar bij St. Bonaventura, keert Merton terug naar Gethsemani. Drie dagen later accepteert de abt, Dom Frederic, hem als postulant koormonnik.

1942   Op 21 februari wordt Merton ingekleed in de witte gewaden van de novice en krijgt hij als kloosternaam Frater Maria Ludovicus (broeder Mary Louis). In juli wordt zijn broer John Paul gedoopt, wanneer hij op bezoek is in Gethsemani.

1943   In april overlijdt John Paul Merton aan de verwondingen opgelopen in gevechten tijdens de Tweede Wereldoorlog.

1944   Op 19 maart doet Merton zijn tijdelijke geloften.

1947   Op 19 maart doet Merton de eeuwige geloften, waarmee hij zich voor de rest van zijn leven verplicht monnik te blijven in Gethsemani. In juni krijgt hij een eigen cel om te slapen.

1948   In oktober wordt Mertons autobiografie The Seven Storey Mountain gepubliceerd en het wordt al snel een bestseller.

1949   Op 26 mei wordt Merton priester gewijd. In december belast Dom James Merton met het geven van oriëntatie- en introductielessen theologie voor novicen. Seeds of Contemplation verschijnt in hetzelfde jaar.

1951   Merton wordt Master of Scholastics [belast met de opleiding van monniken die zich voorbereiden op het priesterschap]. In juni wordt hij Amerikaans staatsburger. In oktober krijgt hij de functie van kloosterboswachter. Publicatie van The Ascent to Truth en No Man Is an Island.

1952   Dom James stelt Merton een oud werkhok ter beschikking om zich terug te kunnen trekken en te schrijven. Merton noemt het St. Anne’s.

1953   Publicatie van The Sign of Jonas, een boek gebaseerd op Mertons monastieke dagboeken.

1954   Publicatie van Bread in the Wilderness.

1955   Dom James biedt Merton de mogelijkheid om fulltime kluizenaar te worden in een uitkijktoren vlak bij de abdij. In plaats daarvan accepteert Merton een benoeming als novicemeester.

1956   In juli reist Merton naar de Saint John’s University in Minnesota om deel ten nemen aan een seminar van twee weken over psychiatrie en de toepassing daarvan in het religieuze leven. The Living Bread wordt gepubliceerd.

1957   Dit is het jaar waarin Merton zich begint onder te dompelen in de Russische literatuur en religieuze geschriften. The Silent Life wordt gepubliceerd.

1958   In Louisville beleeft Merton op 18 maart wat wel “Mertons openbaring op de hoek van de Fourth and Walnut” wordt genoemd. In augustus begint Merton zijn correspondentie met Boris Pasternak. Publicatie van Thoughts in Solitude.

1960   In maart krijgt Merton de beschikking over een wat meer afgelegen cel in de abdij. De daaropvolgende maand ontvangt hij van paus Johannes XXIII een priesterstola. In april stelt Merton aan Dom James voor om een klein huis uit het zicht van de abdij te bouwen dat als een centrum voor oecumenische bijeenkomsten zou kunnen dienen, maar ook als een plek waar Merton zich zo nu en dan zou kunnen terugtrekken. Nadat toestemming is gegeven, begint de bouw ervan in oktober. Publicatie van Disputed Questions en The Wisdom of the Desert.

1961   In The Catholic Worker wordt “The Root of War Is Fear” gepubliceerd, een wat uitgebreider essay gebaseerd op een hoofdstuk van zijn nieuwe boek, New Seeds of Contemplation. In de daaropvolgende maanden verschijnen in verschillende tijdschriften zeer kritische essays over militarisering en de voorbereidingen voor een kernoorlog. Merton wordt hierom fel bekritiseerd. Publicatie van The New Man.

1962   Merton ontvangt in april een brief van Dom Gabriel Sortais in Rome, de abt-generaal van de trappisten, waarin hem wordt verboden om boeken of meer essays te schrijven over oorlog en vrede. Dom James, Mertons abt, staat wel toe dat gestencilde versies van Peace in the Post-Christian Era en Cold War Letters verschijnen, die snel van hand tot hand worden verspreid. Merton raakt “verliefd” op fotografie wanneer hij foto’s neemt bij een bezoek aan de Shaker gemeenschap van Pleasant Hill in Kentucky.

1963   Later in dit jaar wordt Merton opgenomen in Saint Joseph’s Infirmary in Louisville, vanwege pijnklachten in zijn linker arm en de onderkant van zijn nek. Publicatie van Emblems of a Season of Fury.

1964   De publicatiebeperkingen die Merton in 1962 waren opgelegd worden door de nieuwe abt-generaal Dom Ignace Gillet verlicht. In juni krijgt Merton toestemming om D.T. Suzuki, de Japanse zen-boeddhistische geleerde met wie Merton had gecorrespondeerd, in New York te ontmoeten. In november is Merton gastheer van een kleine retraite in Gethsemani voor vrienden die actief zijn in het vredeswerk. In de nacht van 15 op 16 december krijgt Merton toestemming om voor het eerst een hele dag en nacht in de kluis te blijven. Publicatie van Seeds of Destruction.

1965   Op 20 augustus besluit de raad van de monastieke gemeenschap dat Merton wordt ontheven van zijn verantwoordelijkheden als novicemeester. Hij is nu vrij om volledig in zijn kluis te gaan wonen. Publicatie van Gandhi on Non-Violence, The Way of Chuang Tzu en Seasons of Celebration.

1966   Vanwege hardnekkige pijn aan zijn rug gaat Merton op 23 maart het Saint Joseph’s Hospital in Louisville in voor een rugoperatie. Terwijl hij daarvan herstelt ontmoet hij een verpleegster en wordt verliefd op haar. Ze slagen erin om met elkaar te corresponderen en elkaar zo nu en dan te ontmoeten wanneer Merton naar het klooster is teruggekeerd. In oktober wordt de relatie beëindigd. Publicatie van Raids on the Unspeakable en Conjectures of a Guilty Bystander.

1967   In mei verblijft de Vietnamese monnik en dichter Thich Nhat Hanh, twee dagen in de abdij als Mertons gast. Op 16 juli draagt Merton zijn eerste mis op in de kluis. In september kondigt Dom James aan dat hij zich terugtrekt als abt, maar blijft nog aan tot in januari. In december publiceert Merton de eerste vier afleveringen van Monks Pond, een literair tijdschrift. Mystics and Zen Masters wordt gepubliceerd.

1968   In januari wordt Dom Flavian Burns tot nieuwe abt van Gethsemani gekozen. In april wordt een kleine kapel aangebouwd aan Mertons kluis. Op 11 september begint Merton aan, zoals zou blijken, zijn laatste reis. Eerst bezoekt hij het Christ of the Desert Monastery in New Mexico en daarna Alaska. Voordat hij naar Azië vertrekt, stopt hij in Santa Barbara, Our Lady of the Redwoods en San Francisco, allemaal in California. Op 15 oktober vliegt hij naar Azië, waar hij reist naar India, Sri Lanka en Thailand. Begin november heeft hij drie ontmoetingen met de Dalai Lama. Op 3 december bezoekt hij Polonnaruwa, Sri Lanka, waar hij de in steen uitgehouwen liggende Boeddha ziet. In een conferentiecentrum bij Bangkok overlijdt Merton op 10 december nadat hij een conferentie gegeven heeft op een bijeenkomst van Aziatische benedictijnen en cisterciënzers. Het is de 27e verjaardag van zijn aankomst als postulant in de abdij van Gethsemani. In dit jaar worden drie boeken gepubliceerd: Cables to the Ace, Zen and the Birds of Appetite en Faith and Violence.