Gods genade

Inwendig kook ik zeker van vijandigheden en weerstanden, die uiting zijn van mijn trots én van mijn zwakheid. En ik ben me ook terdege bewust van het feit dat in de tien jaar in het klooster waarin ik de strakke ascetisch-mystieke lijn volgde, mij dat nergens bracht behalve tot enkele pretenties, waarmee ik niet zozeer mijzelf in de maling nam, maar blijkbaar wel heel wat anderen. Momenteel begin ik, met Gods genade, helemaal opnieuw en de weg is, geloof ik, veel onherbergzamer, kleurrijker, eerlijker, minder publiceerbaar en vruchtbaarder.

A Life in Letters, blz.74 – Brief van 4 juni 1956 aan Naomi Burton Stone

Stille bomen

In de nacht van ons technologisch barbarendom moeten monniken zijn als stille bomen in de duisternis, die door hun vitale aanwezigheid de lucht zuiveren.

Basic Principles of Monastic Spirituality Blz.124

 

Gebed

Ik heb maar één gebed: God toebehoren om aan de hele wereld te kunnen verzaken en Hem te volgen. Ik spreek dat gebed nu uit. Als het Hem behaagt, zal hij me laten zien wat ik moet doen. Wanneer? Niet volgend jaar maar elk volgend ogenblik. Als ik hem bemin, zal ik hem horen

Run to the Mountain: The Story of a Vocation 1995 (1939-1941) Blz.311

 

Zien

God is geen ‘probleem’… Proberen het godsprobleem op te lossen is zoiets als proberen in je eigen ogen te kijken… God is het licht waardoor wij zien, maar wat wij zien is niet een klaar, gedefinieerd ‘object’ dat God heet, maar al het andere in Hem, de Onzichtbare Ene. God is dus de Ziende en het Zien.

Hidden Ground of Love: Letters on Religious Experience and Social Concerns 1985 Blz.157