Raids on the Unspeakable

Dirk Doms

Merton (her)lezen: Raids on the Unspeakable 

Raids on the Unspeakable’ is een verzameling opstellen in proza en poëtisch proza waarin Merton zich vooral laat kennen als een erudiet, wereldbetrokken, kritisch verkenner van de wereld. Het boek is jammer genoeg niet vertaald. De titel alleen al is moeilijk vertaalbaar. Letterlijk vertaald in het Nederlands klinkt het niet echt aanlokkelijk: “Aanvallen op de (of het) Onuitsprekelijke”. Enkele van die opstellen hebben we, door de jaren heen, toch al vertaald voor ons contactblad. Onlangs nog vertaalden we uit dit boek zijn inleiding en vrije vertaling van de Arabische mysticus Ibn Abbad.

In zijn boek neemt Merton ons mee op een (her)ontdekkingstocht van oude mythes   (we maken kennis met Prometheus en Atlas) naar de moderne verschrikkingen als de Tweede Wereldoorlog en de Shoah (in een opstel over Adolf Eichmann), maar ook laat hij ons kennismaken met en meelezen in moderne katholieke auteurs als de Amerikaanse Flannery O’Connor en de Franse Julien Green. Maar ook minder gelovige auteurs, zoals de absurde toneelschrijver Eugène Ionesco, komen aan bod. In het eerste essay van het boek, ‘Rain and the Rhinoceros’, ‘leent’ hij de rhinoceros van Ionesco om ons, op een regendag, te laten delen in de vrede en het geluk van zijn hermitage.

Er is ook een ‘Message’ voor een congres van Latijnsamerikaanse dichters in Mexico. Zelf kon of mocht hij er niet heen, maar zijn bericht voor hen was toch een teken van verbondenheid met de dichters van het minderbedeelde deel van het Amerikaanse continent. In zijn inleiding merkt Merton op dat hij wist dat een Peruviaanse dichteres haar piano had moeten verkopen om haar reis naar het congres te bekostigen.

De wereldbetrokken, kritische en zeer belezen auteur Merton blijft toch ook echt een monnik want hij blijft hopen en geloven in de donkere, bedreigende wereld. Zijn mooie en tegelijk geëngageerde Kerstmeditatie ‘The Time of the End is the Time of No Room’ is daarvan een ontroerend, nog steeds actueel voorbeeld.

Dat Merton goed, graag en veel heeft geschreven wisten we al, maar ook met de tekenstift en het penseel kon hij goed overweg. In zijn jonge jaren stuurde hij naast artikels ook spitse cartoons naar het literaire tijdschrift ‘The New-Yorker’. ‘Raids on the Unspeakable’ wordt ‘gelardeerd’ met zijn abstracte tekeningen die een echte adempauze en meditatie zijn.

Raids on the Unspeakable’ staat mijlenver van Mertons eerste werken en toch blijft het heel herkenbaar het werk van een contemplatief. “Monnik is hij, die van allen gescheiden met allen is verbonden”, wist Evagrius van Pontus al en Mertons late ‘aanvallen’ illustreren dit voortreffelijk.

In zijn inleiding spreekt hij het boek toe en zegt hij: “Ik verwerp geen van de andere boeken die ik heb geschreven. Ik hou van jullie allemaal. Maar, Raids, op een vreemde manier, hou ik toch meer van jou dan van alle andere”.

 

Thomas MERTON,Raids on the Unspeakable, New Directions,N.Y.,1966