Tussen Traditie en Revolutie. Conferentie 31 januari 2015
De titel van deze lezing heb ik ontleend aan het 20e hoofdstuk van Zaden van contemplatie, de nieuwe vertaling van New Seeds of Contemplation, die we straks ten doop zullen houden. De titel van dat hoofdstuk is: “Traditie en revolutie”.
Het geeft volgens mij de polen weer waartussen Thomas Merton zich in zijn leven en in zijn werk heeft bewogen. Traditie en revolutie lijken twee begrippen die elkaar tegenspreken, maar in dat hoofdstuk legt Merton uit dat de kerk zowel traditioneel als revolutionair dient te zijn.
Met dat als uitgangspunt wil ik u graag meenemen langs enkele aspecten van Mertons werk, en toelichten waarom Merton ook in onze tijd nog steeds het lezen meer dan waard is, of, liever nog, nét in onze tijd.
Merton staat wereldwijd nog steeds erg in de belangstelling. Enkele voorbeelden:
Er bestaat een International Thomas Merton Society, ITMS, waarvan veel Thomas Merton genootschappen lid zijn. Het onze is het oudste, maar ze zijn ook te vinden in Engeland & Ierland, Polen, Italië en Spanje, in Brazilië en Argentinië, in Australië en Nieuw Zeeland en natuurlijk in de V.S. zelf.
En jaarlijks verschijnen er boeken, artikelen, scripties en proefschriften over Merton en herdrukken van zijn werk. Uitgevers zouden dat niet doen als de boeken niet verkocht werden.
Wanneer je je beweegt tussen traditie en revolutie, ontkom je er niet aan weerstand op te roepen. Merton is door velen de hemel in geprezen, maar anderzijds ook fel bekritiseerd.
Ook vandaag zijn er mensen die vinden dat Merton achterhaald is en die zijn ook te vinden in hoogkerkelijke kringen. Een voorbeeld:
In Amerika is in 2005 een nieuwe uitgave van de catechismus verschenen. In de eerdere uitgave stonden daarin teksten van Merton, maar in deze nieuwe uitgave waren ze verdwenen. Dat riep nogal wat verontwaardiging op bij velen. Een van de verontwaardigden was Lawrence S. Cunningham, een van de Amerikaanse wetenschappers die zich met Merton heeft bezig gehouden. Hij schrijft:
“Op mijn kantoor verscheen enige tijd geleden een jonge man, die navraag deed over mogelijke studies. Hij was katholiek geworden toen hij in het ziekenhuis lag, waar hij behandeld werd voor een vorm van hersenkanker. Iemand gaf hem Thoughts in Solitude van Thomas Merton en dat was de eerste stap naar zijn bekering.
Iedere keer als ik zo’n verhaal hoor, zou ik het willen delen met die briljante geesten die weigerden om Mertons biografie op te nemen in de catechismus voor jong-volwassenen. Onze bisschoppen zijn zo bang! Dergelijke verhalen hoor ik voortdurend. Net vanmorgen nog kreeg ik een vraag van een rabbijn die een proefschrift schrijft over Abraham Heschel en die Merton aan het lezen is. Helaas wordt de profeet in zijn eigen land niet geëerd.”[1]
Misschien moeten we toch maar even inzoomen op de vraag waarom mensen nu eigenlijk Merton lezen. Toen in 1948 in de V.S. The Seven Storey Mountain verscheen, een jaar later in het Nederlands uitgegeven onder de titel Louteringsberg, werd al snel duidelijk dat hier een groot schrijver aan het woord was. In dat jaar was het het best verkochte religieuze boek in de V.S. met meer dan 600.000 verkochte exemplaren en het wordt nog steeds herdrukt. Het waarschijnlijk het meest invloedrijke religieuze boek van de 20e eeuw. En ondanks het feit dat het om een van zijn meer gedateerde werken gaat, was en is het nog steeds voor velen inspirerend.
In de loop der jaren bleef Merton veel gelezen en bleef hij veel publiceren, geen vuiltje aan de lucht dus, maar er kwam ook kritiek op zijn werk, vooral vanaf de jaren ’60. Er verschenen boeken die minder vroom waren, boeken waaruit zijn interesse in andere tradities dan de katholieke bleek, boeken ook die maatschappijkritisch waren. Met name vanaf 1961 riep de rebel Merton steeds meer weerstand op bij zijn oorspronkelijke bewonderaars, doordat hij zich met politiek ging bezig houden, met name met sociale ongelijkheid en later met de oorlog in Vietnam. Dat kon volgens veel conservatievere katholieken echt niet.
Op het einde van zijn leven werden zelfs geruchten verspreid dat hij was uitgetreden of getrouwd of dat hij boeddhist was geworden. Merton werd zwart gemaakt, omdat het beeld dat deze mensen hadden gekregen uit zijn eerdere boeken, die vaak inderdaad nogal vroom waren, werd aangetast. Die eerste boeken hadden hun ideeën over wat een goede katholiek was bevestigd en zelfs voor een groot deel gevormd, anders valt het grote succes van Louteringsberg niet te verklaren. Dat beeld werd nu, naar hun mening, onderuit gehaald door diezelfde Merton. Hij moest van het rechte pad zijn afgeraakt. Op de Amerikaanse internetsite[2] die zichzelf Catholic Answers Magazine noemt kunt u een artikel vinden met de titel: ‘Can you trust Thomas Merton?’. Er staat een lijstje bij van boeken van hem die wel goed zijn (allemaal van vóór 1959) en een lijst van boeken die zeer terughoudend gelezen dienen te worden.
Die groep lezers heeft dus afgehaakt, voor deze mensen hoeft Merton niet meer, sterker nog, hij is gevaarlijk, hij is een revolutionair en volgens sommigen een communist.
Voor anderen is het nu net deze ontwikkeling die Merton in zijn kloosterleven heeft doorgemaakt, en waarvan hij getuigt in zijn boeken, die hen enthousiast maakt over zijn werk.
Blijkbaar geldt dat ook in meer of mindere mate ook voor u, want anders zat u hier niet.
Wat maakt Merton nu dan zo bijzonder? Allereerst, denk ik, de dingen waarmee hij zich bezig hield. Ik beperk me nu even tot drie gebieden en dat doet hem natuurlijk ernstig te kort, maar we hebben hier maar beperkte tijd.
1 Merton als wegwijzer in de eigen christelijke en katholieke traditie.
2 Mertons rol in de vredesbeweging.
3 Merton als pionier op het gebied van de interreligieuze dialoog.
ad 1) Merton als wegwijzer in de eigen christelijke traditie.
Merton had vrijwel alle grote schrijvers gelezen die zich in de christelijke traditie hebben bezig gehouden met contemplatie, stilte en kloosterleven en kende ze grondig. Hij heeft ook over al deze mensen geschreven: woestijnvaders (The Wisdom of the Desert; wijsheid in de woestijn), Augustinus, Bernardus (The Last of the Fathers) en natuurlijk Jan van het Kruis, een van de grootste mystici uit de katholieke traditie (Ascent to Truth; De berg der waarheid ). Jan van het Kruis komt ook uitgebreid aan de orde in Zaden van contemplatie. De hoofdstuktitel “de nacht van de zinnen” verwijst natuurlijk direct naar diens werk.
Mertons kennis en ervaring op dit gebied van de monastieke traditie werd ook erkend in de hoogste kerkelijke kringen: zo stuurde paus Johannes XXIII hem een stola.
In 1967 vroeg paus Paulus VI hem een tekst te schrijven met ‘een boodschap van contemplatieven aan de wereld’ (jullie zijn de specialisten van de hemelse luchtvaart)!
Wanneer je dus onze christelijke en mystieke traditie wil leren kennen, ben je bij Merton aan het goede adres en niet alleen in zijn vroege werken, maar vooral ook in zijn latere.
Ik weet niet of paus Franciscus veel van Merton heeft gelezen, maar het lijkt er soms wel op. Merton zou zeker over hem net zo enthousiast zijn geweest als hij was over Johannes XXIII. Vandaar dat in het laatste contactblad een stukje staat afgedrukt, waarin de hoop wordt uitgesproken dat paus Franciscus bij zijn bezoek aan de V.S. ook Mertons abdij zal aandoen.
2) Een tweede gebied waarmee Merton zich heeft bezig gehouden is de vredesbeweging.
Hierbij gaat het niet alleen over zijn kritiek op de wapenwedloop en later op de Vietnamoorlog. Merton ziet vrede veel breder; ze gaat ook over sociale gerechtigheid, vandaar dat hij artikelen ging schrijven voor de Catholic Worker, een maatschappijkritisch katholiek tijdschrift, opgezet en jarenlang geleid door Dorothy Day, met wie Merton correspondeerde.
Dat tijdschrift en de beweging eromheen bestaan nog steeds, o.a. met een huis in Amsterdam: het Jeannette Noëlhuis, waar geïllegaliseerden worden opgevangen[3].
In oktober 1961 verscheen in de Catholic Worker een artikel van Merton dat al gepubliceerd was als hoofdstuk 8 in New Seeds of Contemplation: “Aan de basis van oorlogen ligt angst”. Maar hij had daar drie alinea’s aan toegevoegd die de censor blijkbaar had gemist, want die zou daar nooit toestemming voor gegeven hebben. In die drie alinea’s klaagde hij de Amerikaanse regering aan door te zeggen dat er geen land was waar de waanzin van de oorlog meer verspreid was dan hier en hij riep katholieken op zich daartegen geweldloos te verzetten.
Hoe mensen zich zouden moeten ontdoen van geweld schrijft hij in The Inner Experience: ‘de enige echte bevrijding is een bevrijding die zowel de onderdrukker als de onderdrukte bevrijdt van het tirannieke automatisme van het proces van geweld’.[4]
ad 3) Pionier op het gebied van de interreligieuze dialoog
Merton had vanaf zijn jeugd al ervaring met andere culturen, maar dat waren in het begin nog vooral westerse landen: geboren in Prades, Zuid Frankrijk, woonde hij afwisselend in Amerika, Frankrijk en Engeland. In Engeland had hij begin jaren ’30 Gandhi leren kennen met zijn non-violence-acties. Op zijn middelbare school in Oakham had Merton gedebatteerd met medescholieren en daarin Gandhis standpunt verdedigd. Hij verloor het debat, maar het was duidelijk dat zijn sympathie naar Gandhi uitging. Gandhi bleef hem daarna blijkbaar boeien, gezien zijn kleine boekje: Gandhi on Nonviolence dat hij in 1965 publiceerde.
In 1938 – het jaar waarin hij afstudeerde aan de Columbia-universiteit in New York en het jaar waarin hij werd gedoopt – ontmoette Merton op zijn zoektocht de hindoe M. Brahmachari. Zij raakten bevriend en Merton wilde meer weten van het hindoeïsme. Brahmachari stelt Merton echter voor om meer in zijn eigen traditie te zoeken en adviseert hem om Augustinus te gaan lezen en de Navolging van Christus van Thomas van Kempen.
Maar het bleef niet bij het hindoeïsme. Merton was ook sterk geïnteresseerd in andere tradities en hij correspondeerde met mensen uit die tradities. Enkele voorbeelden:
Over Zen correspondeerde hij met D.T. Suzuki, degene die zen na de Tweede Wereldoorlog naar het westen bracht.
Via de Franse islamoloog Massignon leerde Merton de Pakistaanse sufimeester Abdul Aziz kennen.
Ook het jodendom lag hem na aan het hart en niet alleen omdat drie van zijn goede vrienden in New York, jood waren, waaronder zijn boezemvriend Bob Lax.
Merton had uitgebreid contact met joodse leidende figuren als Abraham Heschel, Zalman Schachter en Erich Fromm. Via Abraham Heschel heeft Merton zelfs nog invloed gehad op het Tweede Vaticaanse Concilie. Heschel was als waarnemer voor Joodse zaken aanwezig bij het Concilie. Paus Johannes XXIII had het Concilie gevraagd om een nieuwe ‘verklaring over de joden’ op te stellen. Maar in 1964 – paus Johannes was net overleden – zag het er naar uit dat hier niets van terecht kwam en dan benadert Heschel in paniek Merton, omdat een aantal concilievaders die wens van de paus frustreren. Merton schrijft dan een lange brief aan kardinaal Bea, dat de kerk hier een unieke kans laat liggen, wanneer ze niet serieus haar houding t.o.v. de joden wil herzien. Hij zegt o.a.:
“Ik ben er persoonlijk van overtuigd dat de genade om de kerk te zien, zoals ze in werkelijkheid is in haar nederigheid en haar pracht, dat die genade wellicht niet aan de Concilie-vaders geschonken zal worden als ze niet in staat zijn voldoende rekening te houden met de gekwelde Synagoge”. En nu hij zo vrijpostig was om zich in deze brief hiermee te bemoeien, zal hij gedacht hebben dat er nog wel wat bij kon. Even verderop in de brief aan kardinaal Bea vraagt hij ook nog of er wellicht voor gezorgd kan worden om de Moslims niet van de kerk te vervreemden.
Of het aan Merton heeft gelegen is niet te achterhalen, maar in het concilie-document Nostra Aetate is een herziene tekst over de joden gekomen.
Uit dit soort uitspraken blijkt het respect en de waardering van Merton voor die andere tradities. Daarbij noem ik hier nu alleen het hindoeïsme, zen en het jodendom, maar Merton had ook grote waardering voor de shakers, de oosters-orthodoxe kerk, het boeddhisme en het taoïsme.
Hij leerde veel uit deze tradities en die invloed is terug te vinden in zijn boeken en artikelen uit de laatste tien jaar van zijn leven. Dat is niet altijd goed herkenbaar, want al zijn boeken moesten nog door een censor worden goedgekeurd en hij had al last met de censoren vanwege zijn stukken over de Vietnam-oorlog, waarvoor hij zelfs een publicatieverbod kreeg.
Dit is allemaal heel indrukwekkend, maar is het genoeg om in onze tijd Merton nog steeds te lezen?
Ik denk dat we dan nog een heel belangrijk element, misschien wel het belangrijkste, vergeten.
Ik ken niemand die zo fundamenteel over religie schrijft – maar dat kan natuurlijk ook aan mijn beperkte belezenheid liggen op dat gebied. Toch is Merton in de wetenschappelijke zin eigenlijk geen theoloog, het gaat hem om de religieuze ervaring en die is lastig in woorden te vatten.
Als daar nu zo weinig over te vertellen valt, zult u misschien wel denken, dan heeft hij er knap veel over geschreven. Maar dat is natuurlijk het probleem met ervaringen. Je kunt een ervaring niet precies beschrijven maar wel proberen haar aan te duiden. Voor mensen die er dan óók mee bezig zijn wordt het daardoor herkenbaar. Merton helpt bij het begrijpen van eigen religieuze ervaringen.
In het begin heeft Merton geprobeerd om wel meer theologisch te schrijven, maar hij kwam er vrij snel achter dat daar niet zijn sterkte lag. Boeken waarin hij dat probeerde, vond hij achteraf slecht en ik denk dat hij dat goed zag.
Hoe zag Merton zijn eigen boeken?
In 1967 heeft Merton een lijst gemaakt van 31 van zijn boeken, waarin hij deze in zeven categorieën indeelde:
Awful (afschuwelijk), bad (slecht), poor (matig), fair (redelijk), good (goed), better (beter) en best (beste). In de laatste categorie zit geen boek en dat zou ook wat onbescheiden zijn geweest. In de eerste twee categorieën zit elk maar één boek:
Awful What are These Wounds? The Life of a Cistercian Mystic: Saint Lutgarde of Aywieres 1950; De roep der wonden, Bussum, 1952
Bad Exile Ends in Glory: The Life of a Trappistine, Mother M. Berchmans 1948
Van ballingschap tot overwinning, Utrecht, 1950
Gelukkig zitten er 6 boeken in de categorie goed en 13 in beter.
Wat opvalt is dat in die laatste categorie vrijwel allemaal boeken zitten die ofwel voor een groot deel autobiografisch zijn, of zich bezig houden met contemplatie en ervaringskant van het geloof.
Louteringsberg, The Sign of Jonas en Conjectures of a Guilty Bystander zijn vooral autobiografisch. Seeds en New Seeds of Contemplation, The Silent Life, Thoughts in Solitude, Wisdom of the Desert, The Way of Chuang Tzu en Raids on the Unspeakable gaan veelal over contemplatie en over de ervaringskant van het geloof. Naar mijn mening ligt de reden waarom Merton nog steeds de moeite van het lezen waard is in het feit dat hij ons vanuit zijn eigen ervaring laat delen in de weg die hij gegaan is. Hij neemt ons mee op die weg en de manier waarop hij dat doet is vrij uniek.
Zelf ken ik geen schrijver die zo open over zijn eigen zoektocht spreekt en de lezer daarin laat delen; misschien komen de Belijdenissen van Augustinus er wel het dichtst bij. Menige lezer voelt zich aangesproken omdat Merton zaken formuleert die mensen in hun eigen leven herkennen, maar nooit zelf zo zouden kunnen formuleren. Want vanuit die ervaring en belezenheid wijst hij wegen en mogelijkheden. Hij opent perspectieven voor de lezer, die niet alleen aan het denken zetten, maar aansporen om verder te zoeken. Hij is daardoor voor velen een geestelijk leidsman geworden en kan dat nog steeds zijn. Opmerkelijk is dat hij daarbij nergens moraliserend wordt. Je hoeft het niet met hem eens te zijn.
Zo zegt hij aan het slot van zijn eigen inleiding op Zaden van Contemplatie:
“[Dit boek] is niet bedoeld voor iedereen. Het is niet bedoeld voor alle religieuze mensen. Het is niet in de eerste plaats gericht aan katholieken, ofschoon het duidelijk zal zijn dat de auteur in alle gevallen heeft geprobeerd om moeilijke dingen uit te leggen in een taal die niet in strijd is met de katholieke theologie. Er zijn heel veel religieuze mensen die geen behoefte hebben aan een boek als dit, omdat ze een andere vorm van spiritualiteit hebben. Als het boek voor hen geen betekenis heeft, hoeven ze daar niet bezorgd om te zijn. Aan de andere kant zijn er misschien mensen zonder formele religieuze bindingen die op deze pagina’s iets zullen vinden dat hen aanspreekt. Als dat zo is stemt me dat blij, want ik ben hen meer verschuldigd dan anderen.”
Merton is een zoeker.
Zijn meest gelezen boek Louteringsberg eindigt Merton met de Latijnse zin: “sit finis libri, non finis quaerendi”: laat het boek hier eindigen, maar laat dit niet het einde zijn van de zoektocht. In die zoektocht is hij steeds verder gegaan. Vertrekkend vanuit de basis van zijn eigen katholieke traditie, was hij bereid die op een revolutionaire manier uit te dagen en over de grenzen van die traditie heen te kijken. Daarbij waakte hij voor het vermengen van tradities. Hij beschouwde dat als een gebrek aan respect voor de opvattingen van anderen. In The Collected Poems schrijft hij:
“Het is mijn diepste overtuiging dat wij er niet al te zeker van mogen zijn dat we Christus in onszelf hebben gevonden zolang we hem niet eveneens gevonden hebben in dat deel van de mensheid dat het verst van ons verwijderd is. (…) Als ik er op sta jou mijn waarheid te geven, maar nooit stilsta om op mijn beurt van jou jouw waarheid te ontvangen, kan er tussen ons geen waarheid zijn (…). God spreekt, God wordt gehoord, niet alleen op de Sinaï, niet alleen in mijn eigen hart, maar ook in de stem van de vreemdeling.”[5]
Merton is in zijn hele leven, een zoeker gebleven. Dat geldt natuurlijk voor meer mensen, maar er zijn waarschijnlijk niet veel zoekers die op zoveel plaatsen gezocht hebben. Deze zoektocht komt nog het meest tot uiting in zijn brieven (meer dan 4000 zijn bewaard gebleven) en zijn dagboeken (in 7 delen uitgegeven, zo’n 2500 pagina’s tekst). De meer gestructureerde diepgang vinden we echter in zijn boeken. New Seeds of Contemplation is daarvan een van de belangrijkste, volgens sommigen zelfs het belangrijkste. Merton zette het zelf in ieder geval in zijn categorie van betere boeken.
De nieuwe vertaling van dat boek willen we u vanmiddag presenteren.
Het boek heeft een voorganger: Seeds of Contemplation. Merton had dat op 1 juli 1948 af en dat was nog net voordat Seven Storey Mountain op de markt kwam. Hij was er echter vrij snel ontevreden over toen het in maart 1949 uitkwam, ook al werden er, in het kielzog van Louteringsberg, al 40.000 exemplaren van verkocht. Die ontevredenheid was zo groot dat in december 1949 al een gewijzigde druk verscheen, vooral omdat hij vond dat hij het boek te haastig had geschreven en dat het te theoretisch was. Twaalf jaar later besloot hij het weer te herschrijven en het te combineren met materiaal dat hij over contemplatie had verzameld. Omdat het ook echt een ander boek was geworden, paste hij de titel aan en dat werd New Seeds of Contemplation, dat uiteindelijk in 1961 verscheen.
Er is een groot verschil met het eerdere boek. Merton geeft dat in zijn inleiding al aan. Hij zegt:
“Het boek werd geschreven in een soort isolement, waarin de auteur alleen was met zijn eigen ervaring van het contemplatieve leven. Zo’n boek kan het beste, en misschien wel alleen, geschreven worden in eenzaamheid. De tweede versie is niet minder in eenzaamheid geschreven, maar de eenzaamheid van de auteur veranderde door het contact met andere vormen van eenzaamheid, met de verlatenheid, de eenvoud, de verwarring van novicen en mensen die zich op het priesterschap voorbereidden binnen zijn monastieke gemeenschap, met de verlatenheid van mensen buiten het klooster, met de verlatenheid van mensen buiten de kerk… Door dit nieuwe perspectief rezen veel vragen die de schrijver noopten zijn oude werk weer op te pakken.”[6]
Dit verwijst naar het feit dat hij jarenlang begeleider was van priesterstudenten en daarna van 1955 tot 1965 novicemeester. Die tijd heeft hem erg gevormd en omdat hij zich steeds op de lessen voor de novicen moest voorbereiden, had hij ook de gelegenheid veel te lezen en te corresponderen, wat heel veel heeft bijgedragen aan de kwaliteit van zijn werk.
Toen wij twee jaar geleden in de stuurgroep overlegden wat we zouden doen bij het 100e geboortejaar van Merton hebben we besloten dit boek opnieuw te vertalen en uit te geven, omdat het zo diepgaand is en bovendien al lang niet meer in het Nederlands verkrijgbaar is. In Zaden van contemplatie vinden we niet zozeer de vredesactivist en de kunstenaar – die thema’s komen in andere boeken aan de orde –, maar de monnik die in dit boek wil duidelijk maken wat contemplatie is en dat contemplatie niet alleen voor monniken is bedoeld, maar voor iedereen.
Daarnaast zegt Merton dat de ware contemplatief de wereld niet kan buiten sluiten. Hij zegt: “De contemplatief is niet in zichzelf geïsoleerd, veel meer is hij, door de nederigheid en de zuiverheid van hart, bevrijd van zijn oppervlakkige en van eigenwaan vervulde zelf. Niets kan hem daarom ervan weerhouden de ander te beminnen in alle eenvoud en nederigheid.”[7]
Zulke zinnen kon hij in 1949 nog niet schrijven, daarvoor was de bekende mystieke eenheidservaring nodig die hij op 18 november 1958 had op de hoek van de Fourth and Walnut-straten in Louisville.
Hier is het nu dus eindelijk.
William Shannon noemt het een spirituele klassieker van de 20e eeuw.
Bonny Thurston vergelijkt het zelfs met het 14e eeuwse anonieme “wolk van niet-weten”.
Misschien is dat wel een beetje overdreven.
Dat het zo mooi uitziet is te danken aan uitgeverij Damon.
We hebben er met vier leden van de stuurgroep van de Mertonvrienden aan gewerkt: Dirk Doms, Guus Franken, Jan Glorieux en ik – twee Vlamingen en twee Nederlanders – en we zijn heel blij met het resultaat.
Het is echt een nieuwe vertaling geworden. We wilden vrij strak aan de tekst van Merton vast houden, strakker dan de vertaling die Ward Buijsse maakte in de jaren ’80. Dat levert soms misschien een wat stroevere tekst op, maar we vinden het eigenlijk wel goed dat je hier en daar een zin dan nog een keer moet overlezen. Het scherpt je aandacht. Daarnaast is dit niet een boek dat je achter elkaar moet uitlezen. De tekst moet herkauwd worden om de betekenis echt tot je te laten doordringen.
Deze middag en deze nieuwe vertaling zijn niet het enige, waarmee deze honderdste verjaardag wordt herdacht. Er komt namelijk nog een boek, zij van wat andere soort en dat wil ik hier toch ook even noemen.
Op initiatief van Vacare en de Nederlandse afdeling van de WCCM (World Community for Christian Meditation) en in samenwerking met de Mertonvrienden is een klein boekje verschenen bij uitgeverij Naratio onder de titel “Mediteren met Thomas Merton” Het is een meditatieboekje rondom acht teksten uit deze nieuwe vertaling van Zaden van Contemplatie. Het boekje helpt om je meditatief te verdiepen in Zaden van Contemplatie en is geschikt voor persoonlijk gebruik én gebruik in groepen.[8]
[1] Things Seen and Unseen: A Catholic Theologian’s Notebook p.211
[3] http://noelhuis.nl/
[4] The Inner Experience p.14
[5] The Collected Poems of Thomas Merton, New York, New Directions, 1977, blz. 382-384
[6] Zaden van contemplatie p.11
[7] Zaden van contemplatie p.54
[8] Mediteren met Thomas Merton, een meditatiegids bij “Zaden van Contemplatie’ isbn 9789052634609 – 39 pag. – prijs € 6.50