Author Archives: admin

Paradijs

Wat de woestijnvaders in de woestijn zochten was het paradijs in zichzelf, of liever boven en buiten zichzelf. Ze zochten het paradijs in de herontdekking van de ‘eenheid’, die door de ‘kennis van goed en kwaad’ uiteengeslagen was.

Collected poems Blz.90

 

2 februari, Maria Lichtmis

(Niet) dwangmatig?

Vrijheid, ontspanning en een gevoel van vrede door actieve meditatie – louter als oefening – in de bossen. We leven zonder voldoende gebruik te maken van het verstand of zonder er op de juiste manier gebruik van te maken. Gedwongen, dwangmatig denken, wat geen denken is maar woorden gebruiken in het belang van conformisme.

“Ik moet in het huis van mijn Vader zijn.” Het voortdurend verlangen naar innerlijkheid, meditatie, het verlangen naar bevrijding en zuiverheid, leegte is iets dat ik altijd moet volgen – niet proberen te zien waar het toe leidt. Als ik volg zal het me leiden naar waar ik de vervulling die wacht niet kan voorzien. Loyaal zijn aan deze ene roeping. Al het andere is absurd.

The intimate Merton Blz 151

Thich Nhat Hanh (1926-2022)

Zaterdag 22 januari overleed in de Từ Hiếu Tempel in Huế, Vietnam, op 95 jarige leeftijd zenleraar Thich Nhat Hanh.
Op 28 mei 1966 ontmoette Nhat Hanh de dan al langer in het boeddhisme geïnteresseerde Thomas Merton in diens abdij Gethsemani. Volgens een gemeenschappelijke vriend, de zopas overleden Jim Forest, spraken beiden tot diep in de nacht met elkaar: over het monastieke leven in elkaars tradities, over meditatie maar ook over de Vietnamoorlog. Daags daarna zou Nhat Hanh de monniken van Gethsemani toespreken, maar hij was zijn stem kwijt. Merton vertelde dan over hun conversatie de avond voordien, een verslag dat op band werd opgenomen. Daarin omschrijft Merton Nhat Hanh als “een uitermate eenvoudig en nederig persoon”, een “volkomen gevormd monnik”. Kort na deze ontmoeting publiceerde Merton in het magazine Jubilee een kort essay onder de titel “Nhat Hanh is my Brother”. Later correspondeerden zij nog met elkaar.
*
“Ik zei dat Nhat Hanh mijn broeder is en dat is waar. We zijn beiden monniken en leiden al ongeveer evenveel jaren het monastieke leven. We zijn beiden dichters, beiden existentialisten. Ik heb veel meer gemeenschappelijk met Nhat Hanh dan ik heb met veel Amerikanen, en ik aarzel niet om dat te zeggen. Het is van vitaal belang dat zulke banden erkend worden. Ze zijn de banden van een nieuwe solidariteit en een nieuwe broederschap die zich op elk van de vijf
continenten begint te manifesteren en die alle politieke, religieuze en culturele lijnen doorkruist en zo jonge mannen en vrouwen in elk land met elkaar verenigt in iets wat concreter is dan een ideaal en meer levend dan een programma. Deze eenheid tussen de jongeren is de enige hoop van de wereld.”
Thomas Merton, ‘Nhat Hanh is my Brother’, in Jubilee, 1966
(later opgenomen in Faith and Violence, 1968)