Rechtvaardig mijn ziel, O God, en vul vanuit uw overvloed mijn wil met vuur. Verlicht mijn geest, ofschoon dat wellicht betekent dat het ‘in mijn ervaring duister is’, maar bezet mijn hart met uw overweldigende liefde. Laat mij slechts oog hebben voor uw glorie in de wereld en laat mijn handen niets aanraken, tenzij voor uw dienst. Laat mijn tong geen brood proeven dat mij niet versterkt om uw grote genade te roemen.
Thomas Merton, Zaden van contemplatie. Damon 2015 p. 41