“De moderne mens durft het niet aan een mens te zijn”
Chris Cuomo, journalist bij CNN, op 1 november 2018
De president van de V.S. probeert iets te doen dat nog geen andere president in de moderne geschiedenis heeft gedaan. Door middel van angst en haat probeert hij een massabeweging op gang te brengen tegen een minderheidsgroep. Hij zegt dat dit niet waar is en dat hij alleen maar probeert ons te beschermen en het systeem te verbeteren.
Maar laat je niet belazeren, om dat te doen hoeft hij geen immigranten te demoniseren. Degenen die illegaal de grens over lopen vormen het kleinste deel van wat ons land illegaal binnenkomt. Als hij alleen maar ons land wilde beschermen zou hij de grote zakenlui aanpakken die al die mensen inhuren en zou hij gebruik maken van zijn veelbezongen vaardigheden om deals te sluiten en het Congres zover krijgen het systeem te veranderen. Nog niets is hem gelukt, ondanks dat hij een meerderheid heeft in beide huizen van het Congres.
Want wat hij echt wil zijn de stemmen en populariteit van een minderheid in ons land en daarvoor gebruikt hij een afgesleten manier: angst voor en haat tegen een gemeenschappelijke vijand. Zijn methodes zijn grof, zijn doelstellingen helder en gemeen. Maar hij is niet de sleutel tot deze beweging, dat bent u. Er zijn mensen die besluiten hem te volgen en er zijn er die zich verzetten. Wanneer u denkt dat haat macht geeft, dan heeft u het bij het verkeerde eind en als u denkt dat liefde gewoon zal worden overweldigd, dan mist u een belangrijke stap.
Beide situaties werden perfect en gedetailleerd uitgelegd door de vermaarde Thomas Merton. Hij schreef precies over wat er nu hier aan de hand is, angstwekkend precies. En hij schreef over de macht van het nationalisme in de Tweede Wereldoorlog. Zijn woorden kunnen veel beter dan ik beschrijven wat ieder van u nu moet beslissen. Ze staan in het hoofdstuk “Christianity and totalitarianism” in het boek Disputed Questions.
“Een massabeweging buit graag de onvrede en frustratie van grote delen van de bevolking uit, mensen die, om wat voor reden dan ook, hun verantwoordelijkheid om op eigen benen te staan niet aankunnen. Wanneer je deze mensen een beweging biedt waar ze zich bij kunnen aansluiten, een reden om zich te verdedigen, dan zullen ze tot het uiterste gaan, niet terugschrikken voor welke misdaad dan ook, vergiftigd als ze zijn door de slogans die hen een pseudo-religieus gevoel geven dat ze hun eigen beperkingen overstijgen.
Iemand die lid is van een massabeweging is bang voor zijn eigen isolement en zijn eigen zwakte als individu. Daardoor is hij niet in staat om in zichzelf de geestelijke kracht en integriteit te ontdekken die alleen door liefde kan worden opgeroepen. In plaats daarvan zoekt hij een beweging die zijn zwakte beschermt met een muur van anonimiteit en die zijn daden rechtvaardigt en goedkeurt door de collectieve roem en macht. Het is nog mooier wanneer dit vanuit haat gebeurt, want haat is altijd gemakkelijker en minder subtiel dan liefde.
Haat hoeft de werkelijkheid niet te respecteren, zoals liefde dat doet. Haat hoeft geen rekening te houden met individuele gevallen. Haar oplossingen zijn eenvoudig en gemakkelijk. Haat neemt zijn besluiten door gewoon even naar een gezicht te kijken, een gekleurde huid, een uniform. Haat identificeert de vijand door een accent, een ongewone zinswending, een beroep op concepten die moeilijk te begrijpen zijn. En dan weet fanatisme wat er te doen staat. Hier is iets dat we niet goed kennen. Dit hoort niet bij “ons”. Dit moet in het gareel gebracht worden of worden vernietigd.
Dit is de grote verzoeking van de moderne tijd, deze universele besmetting door het fanatisme, deze plaag van intolerantie, vooroordeel en haat die voortvloeit uit de gekwetste natuur van de mens die bang is voor de liefde en die het niet aandurft om een persoon te zijn. Het is vooral tegen deze verzoeking dat de christen zich moet inzetten met onuitputtelijk geduld en liefde, in stilte, misschien ondanks herhaalde mislukkingen, en hij moet onvermoeibaar proberen – waar hij maar kan en vooral in zichzelf – het vermogen tot liefde en begrip te herstellen, die de mens maakt tot het levend beeld van God.”
Thomas Merton – Disputed Questions Blz.133-34