Want het is Gods liefde die me verwarmt in de zon en Gods liefde die de koude regen zendt. Het is Gods liefde die me voedt in het brood dat ik eet en het is God ook die me voedt door honger en vasten. Het is Gods liefde die de winterdagen geeft, wanneer ik me koud en ziek voel en de hete zomer wanneer ik zwoeg en mijn kleren bezweet zijn. Maar het is God die over mij ademt met een zachte bries die van de rivier komt en in de windvlagen uit het bos.
Thomas Merton, Zaden van contemplatie. Damon 2015 p. 24