“offer” en “plicht”

Oorlog wordt niet veroorzaakt door honger of gebrek. Het zijn de machtigen en rijken die oorlog voeren. De schoonheid van het graf, die eist dat we ons geweten onderdrukken onder het mom van “offer” en “plicht”.

Turning Toward the World: The Pivotal Years 1996 (1960-1963) blz 224

Angst

Aan de basis van alle oorlogen ligt angst; niet zozeer de angst die mensen voor elkaar hebben als wel de angst die ze voor alles hebben. Het is niet alleen dat ze elkaar niet vertrouwen, zij vertrouwen ook zichzelf niet. Als ze al niet zeker weten of iemand hen plotseling zou kunnen doden, zijn ze nog minder zeker van dat ze zichzelf niet zouden doden. Zij hebben nergens meer vertrouwen in, omdat zij niet meer in God geloven.

Zaden van contemplatie / New Seeds of Contemplation Blz 84

 

 

 

Alleen en weerloos

Ik begin voor Christus te leven als ik het ‘einde’ of de ‘grens’ bereik van wat mij scheidt van mijn naaste. Als ik bereid ben de grens over te steken word ik een vreemdeling, ga ik de wildernis in die niet ‘mezelf’ is en waar ik niet lang de mij vertrouwde lucht inadem, waar ik het vertrouwde, vertroostende kabaal van de stad waar ik thuis ben niet mee hoor. Voorbij die grens ben ik alleen en weerloos in de woestijn van God.

Seasons of Celebration Blz.97

 

 

 

Paradijs

Wat de woestijnvaders in de woestijn zochten was het paradijs in zichzelf, of liever boven en buiten zichzelf. Ze zochten het paradijs in de herontdekking van de ‘eenheid’, die door de ‘kennis van goed en kwaad’ uiteengeslagen was.

Collected poems Blz.90