Kloof tussen goede bedoelingen en slechte resultaten

Als de hele wereld in morele verwarring verkeert, als niemand meer weet wat hij nog langer moet denken, en als in feite iedereen zijn verantwoordelijkheid voor het denken ontvlucht, als de mens rationele denkbeelden over morele zaken belachelijk maakt door zichzelf uit de realiteit te verbannen naar het rijk van de fictie, als hij al zijn inspanningen besteedt aan het bedenken van nog meer ficties om zijn ethisch falen goed te praten, dan wordt het duidelijk dat de wereld niet gered kan worden van een wereldwijde oorlog en wereldwijde vernietiging door de inspanningen en de goede voornemens van vredestichters alléén. Eigenlijk wordt iedereen zich steeds meer bewust van de dieper wordende kloof tussen goede bedoelingen en slechte resultaten, tussen vredesinspanningen en groeiende oorlogsdreiging.

Thomas Merton, Zaden van contemplatie. blz. 85

Als je de vrede bemint

In plaats van te beminnen wat je voor vrede aanziet, moet je dus de anderen en vooral God beminnen. En in plaats van mensen te haten die je voor oorlogszuchtig houdt, moet je de begeerte en de wanorde in je eigen ziel haten, zij zijn het immers die oorlog veroorzaken. Als je de vrede bemint, moet je het  onrecht, de tirannie, de hebzucht haten, maar haat ze in jezelf, niet in de anderen.

Thomas Merton, Zaden van contemplatie. blz.90

Diepe vrede

Echte contemplatie is het werk van een liefde die alle voldoening en alle ervaring overstijgt om te rusten in de nacht van puur en naakt geloof. Dat geloof brengt ons zo dicht bij God dat we kunnen stellen dat het God aanraakt en grijpt zoals Hij is, hoewel in duisternis. En het effect van zo'n contact is vaak een diepe vrede die overvloeit in de lagere vermogens van de ziel en in die zin een ‘ervaring’ vormt. Toch blijft die ervaring of dat gevoel van vrede altijd een bijkomend aspect van contemplatie zodat de afwezigheid van dat ‘gevoel’ niet betekent dat ons contact met God is opgehouden

Thomas Merton, Zaden van contemplatie. blz.147

Pasen

In vervlogen tijden droegen de Russische boeren het in de paasnacht gezegende vuur met zich mee van de kerk naar hun huizen. Het licht reisde en verspreidde zich in alle richtingen. De troosteloosheid van de nacht werd verdreven als de lampen de ramen van de boerderijen één voor één verlichtten. Zo ook slaapt de heerlijkheid van God overal, om dan onverwachts de hele schepping in lichterlaaie te zetten. Zo zijn ook Zijn vrede en Zijn ordening verborgen in de wereld, zelfs in de wereld van vandaag, klaar om hersteld te worden op Zijn tijd en naar Zijn wil. Maar nooit zonder de vrije keuze van vrije mensen.

 

Thomas Merton,  The New Man, 1961, blz. 242 (vertaling Dirk Doms)