De menselijke verwoording van mysteries

De serene honger van de geest dringt door de oppervlakte van de woorden heen en overstijgt de menselijke verwoording van mysteries en zoekt in de vernedering van de stilte, in het intellectuele alleen-zijn en de innerlijke armoede, de gave van een bovennatuurlijke zorg die woorden niet echt kunnen uitdrukken.

Thomas Merton, Zaden van contemplatie. Damon 2015 p. 106

merton2016wk

Adembenemende contact

“O, de diepte van de rijkdom van de wijsheid en kennis van God!” In het centrum van ons bestaan gaat een deur open en het lijkt alsof we er doorheen vallen in onmetelijke diepten, die, ofschoon ze oneindig zijn, voor ons allemaal toegankelijk zijn; de hele eeuwigheid schijnt van ons te worden in dit ene stille en adembenemende contact.

Thomas Merton, Zaden van contemplatie. Damon 2015 p. 157

Vrede

Als mensen werkelijk vrede wilden, zouden zij die aan God in alle oprechtheid vragen en Hij zou hun vrede geven. Maar waarom zou Hij de wereld een vrede schenken die zij niet werkelijk verlangt? De vrede waar de wereld naar zegt te verlangen is in werkelijkheid helemaal geen vrede. Voor sommigen betekent vrede enkel de vrijheid anderen uit te buiten zonder angst voor wraakneming of inmenging. Voor anderen betekent vrede de vrijheid om anderen onophoudelijk te beroven. Voor weer anderen betekent het de mogelijkheid de aardse goederen te verbrassen, zonder zich verplicht te voelen hun pleziertjes te laten varen en te delen met anderen, die verhongeren ten gevolge van hun schraapzucht. En voor nagenoeg iedereen betekent vrede eenvoudigweg de afwezigheid van elk lichamelijk geweld, dat hun leven, gewijd aan de bevrediging van hun dierlijke behoefte aan gemak en genot, zou kunnen overschaduwen.

merton2016wk

 

Gods liefde die me verwarmt in de zon

Want het is Gods liefde die me verwarmt in de zon en Gods liefde die de koude regen zendt. Het is Gods liefde die me voedt in het brood dat ik eet en het is God ook die me voedt door honger en vasten. Het is Gods liefde die de winterdagen geeft, wanneer ik me koud en ziek voel en de hete zomer wanneer ik zwoeg en mijn kleren bezweet zijn. Maar het is God die over mij ademt met een zachte bries die van de rivier komt en in de windvlagen uit het bos.

Thomas Merton, Zaden van contemplatie. Damon 2015 p. 24