De dag loopt ten einde. Misschien komt er regen. In de abdij luidt een klok. Een devote cisterciënzer tractor gromt in de vallei. Nog even en ik zal brood snijden, avondmaal houden, psalmen zeggen. Bij zonsondergang, als de vogels zingen bij het raam en als in de vallei de nacht valt, zal ik in de achterkamer zitten.

Thomas Merton Reader Blz.289