9 april1950, Paaszondag
De genade van Pasen is een grote stilte, een immense rust en een zuivere smaak in je ziel. Het is de smaak van de hemel, maar niet de hemel van een of andere onbeteugelde vervoering. Het beeld van Pasen is geen uitbundig feest en geen geestelijk dronkenschap, maar een ontdekking van een orde die boven elke orde uitgaat – een ontdekking van God en van alle dingen in Hem. Dit is een wijn die niet dronken maakt, een vreugde waarin geen gif zit. Het is leven zonder dood. Wanneer we het een ogenblik smaken zijn we korte tijd in staat om alle dingen te zien en te beminnen volgens hun waarheid, hen te bezitten in hun in God verborgen wezen, voorbij elk zintuig. Want verlangen klampt zich vast aan het uiterlijk en het toevallige van de dingen, maar de liefde bezit hen in de eenvoudige diepten van God.
Thomas Merton, Entering the Silence, Becoming a Monk and Writer. blz. 430.