Wanneer je de uitdrukking ‘naar God verlangen’ gebruikt, doe je impliciet niets anders dan God reduceren tot de status van ‘object’, of ‘ding’, alsof Hij ‘iets’ was dat begrepen en bezeten kan worden op dezelfde manier waarop we rijkdom, kennis of iets anders dat geschapene is kunnen bezitten. En hoewel het waar is dat we voorbestemd zijn om te hopen op de vervulling van onze diepste noden in het zien van God, toch is het tegelijk heel gevaarlijk God louter te zien als de verzadiging van al onze noden en verlangen. Door zo te handelen neigen we er onvermijdelijk naar om zijn heilige en oneindige waarheid te vervormen en zelfs te ontheiligen.
Thomas Merton, Zaden van contemplatie, Damon, 2015, p. 129