Het belang van contemplatie voor het actieve leven

 

Thomas Keating ocso2
Hartelijk dank dat u samen met ons vandaag het contemplatieve gebed wil onderzoeken. Ik denk dat ik kan zeggen dat de kerk en de mensheid zelf – althans in brede termen – een vernieuwing doormaken van het contemplatieve leven en waar dit leven voor staat: de omvorming van het bewustzijn in een Christus-bewustzijn of, zo u wilt, een God-bewustzijn. Het is volgens mij ten diepste het doel van het Evangelie om ons uit te nodigen in het goddelijke leven en de liturgie legt voortdurend uit hoe dit werd gedaan, hoe het wordt gedaan en gedaan moet worden. We worden gehuld in enorme mysteries en begiftigd met ongelooflijke gaven die ons in staat stellen om in te gaan op die uitnodiging van God om binnen te treden in het goddelijke leven. In de christelijke traditie gaat het er niet om een beter mens te worden, hoe wenselijk dat ook voor onszelf en onze omgeving is. We worden uitgenodigd om goddelijke mensen te worden en elk ander begrip van het christelijk leven is een misvatting of een ontoereikende voorstelling. Het is niet alleen maar een religie – en dit is belangrijk – het is een leven dat geleefd moet worden, een leven dat we niet bezitten uit eigen initiatief, maar dat ons vrij en gratis wordt gegeven door een God van ongelooflijke nederigheid en ongelooflijke liefde. En het lijden, de dood en verrijzenis van Jezus, die we onlangs hebben gevierd, is Gods bevestiging dat de schepping en zijn programma om de menselijke familie te transformeren nog steeds goed is, nog steeds werkt. En de verrijzenis is een enorme bevestiging van de goedheid van de schepping, zelfs in haar kwaad. Met andere woorden, het is Gods plan om de macht van de goddelijke liefde te tonen die alle kwaad overwint, zowel op het persoonlijke vlak als met betrekking tot de hele mensheid. De contemplatieve dimensie van het Evangelie is deze overtuiging, deze verlichting, dit begrip dat het doel van het leven, het doel van het Evangelie, het doel van elk ritueel, van elk gebed, van elk sociale actie, elke bediening en elke liturgie die we verrichten, gericht is op de eenwording met God. En dat is geen abstract concept, maar een echte ervaring van de goddelijke eenwording die wij allen in zijn volheid hopen te ervaren in de hemel, maar die bedoeld is om ook in dit leven al te worden voorvoeld en beleefd. Zoals ik het zie, is de transformerende eenwording slechts het begin, het is het normale christelijke leven, al het andere is sub-christelijk in de volle zin van het woord of in het licht van Jezus’ overlevering. (…)

Christus’ ervaring van de Vader als abba
Het gaat over het overdragen van Christus’ ervaring van de Vader als abba. Dat is het revolutionaire in de christelijke traditie. God is niet alleen de schepper en vader, hij is papa of daddy of welke term je ook geeft aan de meest dierbare ouder. God is niet alleen maar transcendent, de rechter van de wereld, de macht achter al wat bestaat, de schepper, de energie van het heelal. Deze geweldige God is zo dichtbij, zo dierbaar, zo liefhebbend dat er geen woord is om Hem te beschrijven, maar de ervaring die het woord abba lijkt te beschrijven komt het dichtst bij dit mysterie dat verborgen is in Jezus’ ervaring.
De christelijke traditie gaat niet over boeken of overgeleverde documenten, hoe belangrijk deze ook zijn. Wat iemand tot christen maakt, is de ervaring van God, de ultieme werkelijkheid, als Vader. Jezus maakte het heel duidelijk dat zijn abba niet alleen zijn abba is, maar ook ónze vader. Met andere woorden, Christus is het hoofd en de bron van de christelijke overlevering als een ervaring die kan worden opgenomen en beleefd in ons leven, tot in de kleinste details. God is niet alleen daarbuiten, hoezeer hij dat óók is, maar Hij is ook ín ons aanwezig, wat de katholieke leer de goddelijke inwoning noemt. Deze leer is de basis van de spirituele reis.
We leven in een lawaaierige, drukke wereld, zelfs wanneer we slapen. Sommige mensen gaan slapen met hun koptelefoon op en ze hebben nog nooit een moment van stilte ervaren. En daarom hebben ze geen weet van wie ze eigenlijk zelf zijn. De praktijk van centering prayer probeert een bijdrage te leveren aan deze ontwikkeling en deze vernieuwing van de kern van de christelijke traditie, namelijk de ervaring die Christus had van de uiteindelijke werkelijkheid als abba: teder, liefhebbend, dichtbij, vergevend, dichterbij dan wij bij onszelf zijn, ons ondersteunend in wat we zijn: lichaam, ziel en geest, in elke nanoseconde van ons leven. Het belangrijkste in ieder van ons zijn niet wijzelf, maar God in ons. De hele leer van het mystieke lichaam van Christus, die Paulus uitwerkt in zijn brief aan de Romeinen en op andere plaatsen, herinnert ons eraan dat we door de genade en door onze doop worden opgenomen in Christus en in zijn menswording. Zijn identificatie met de menselijke staat in zijn algemeenheid wordt op ieder van ons toegepast. Het lijkt op een verloving tussen twee mensen die zielsveel van elkaar houden en van plan zijn om deze relatie permanent te maken. De Schrift gebruikt deze menselijke relatie als het belangrijkste voorbeeld van hoe God omgaat met ons: als met de beminde, zelfs wanneer wij ons helemaal niet zo gedragen. Gods liefde verandert nooit.
Deze leer wordt uitgewerkt in Matteüs 6,6, in de Bergrede. In slechts een paar woorden schildert Jezus ons de wijsheid, het overkoepelende recept om binnen te gaan in wie we eigenlijk zijn, om ons ware zelf te ontdekken en de goddelijke inwoning, die op elk moment de bron is van ons bestaan. Er zijn vele goed gedocumenteerde voorbeelden, zowel in de geschiedenis als in onze eigen tijd, waar mensen de goddelijke inwoning diep in zich hebben ervaren, zonder er moeite voor te doen. Dat herinnert ons eraan dat we bewoond worden door een kracht met onuitputtelijke bronnen. Soms overweldigt God iemand met Zijn aanwezigheid als een plotselinge ervaring. Soms hebben zelfs kinderen deze ervaring, je kunt er alleen niet op rekenen.

Valse programma’s voor geluk
We gaan er normaal gesproken van uit dat er een pad is om onze vermogens en geest te trainen en ons los te maken van de gewoonten die we meedragen uit onze vroege jeugd. Deze zijn gebaseerd op kinderlijke opvattingen over de wereld en hebben de neiging om stand te houden, tenzij je de tijd en energie neemt om deze valse programma’s voor geluk te ontmantelen. In christelijke termen noemen we dit ascese. Dat gaat niet in de eerste plaats over bepaalde handelingen, ofschoon die in het begin wel bruikbaar zijn, maar het gaat vooral over berouw of een bekering van het hart. Ik herinner u eraan dat dit de eerste onderrichting is die Jezus geeft nadat Hij uit de woestijn is gekomen, waarin de verleidingen in hun ruwe vorm precies de drie basisinstincten weergeven die de mens denkt nodig te hebben om te overleven in zijn vroege jeugd, maar die absoluut niet meer bruikbaar zijn voor een volwassene. Kinderlijke motivaties zullen niet werken in het leven van een volwassene.
Het Evangelie begint dus met een uitnodiging om volwassen te worden, om de behoeften die in het vroege leven door de psyche of door het ego zijn ontwikkeld rondom de basisenergieën, zoals daar zijn zekerheid, overleven, controle, genegenheid, respect en goedkeuring, om die los te laten. Deze energiecentra worden vastgelegd in onze vroege jeugd en worden heel complex in onze socialisatieperiode, waarin we – zonder vragen te stellen – de waarden in ons opnemen van ons gezin, de sociale groep waarin we verkeren, het volk waar we deel van uitmaken, onze etnische groep, religieuze groep en tegenwoordig ook de waarden die we halen van het internet, uit films en de massamedia. Het kind wordt dus overspoeld met valse informatie over waar het ware geluk gevonden kan worden en het ontwikkelt psychologische gewoonten die, diep verankerd, steeds erom vragen om beloond te worden met dingen die de cultuur aanbiedt als bevrediging in deze drie gebieden. In de hindoetraditie worden deze drie gebieden gesitueerd in de eerste drie chakra’s. Ook de boeddhistische traditie is er bekend mee en het is verspreid in de verschillende vormen van spiritualiteit in de christelijke traditie. Niemand besteedt er echter aandacht aan tot je ernstig ziek bent. Misschien begint het dan pas te dagen dat je programma’s voor geluk niet werken. Sommigen komen hier pas achter op hun sterfbed. Dan pas begint het te dagen: misschien waren mijn emotionele programma’s om gelukkig te worden achteraf gezien niet zo goed, ook al schotelt de maatschappij en de reclame ons die steeds voor wanneer we maar een krant opslaan of de tv aanzetten.
Hoe probeert reclame ons te overhalen ons te binden aan zekerheid, controle, genegenheid, achting en goedkeuring? Enkele doen een beroep op onze te grote vereenzelviging met de socialisatieperiode en de waarden van de groep waartoe we behoren, of dit nu het gezin is of een etnische groep. Denk eens aan de schade die de vereenzelviging met etnische groepen in onze tijd al heeft veroorzaakt. We zien het nu in Soedan in een vreselijke vorm, we zagen het in Oeganda, in Cambodja, tijdens de Holocaust. Er wordt een ongelooflijke schade toegebracht door ons te zeer te vereenzelvigen met onze groep, een vereenzelviging die verder gaat dan een verstandige loyaliteit ten opzichte van wat we van de groep hebben ontvangen.
Dit is een naïeve soort loyaliteit, die weigert de gebreken van de groep te erkennen of de zonden van de groep of zijn sociale onrechtvaardigheid, omdat we geaccepteerd willen worden door de groep. En de voorwaarde daarvoor is dat we de waarden van de groep accepteren, of die nu juist zijn of niet.
Daarom staan er in het Evangelie nogal harde woorden, want Jezus’ doel is het ondermijnen van deze emotionele programma’s voor geluk en onze te grote vereenzelviging met de groep, want die staan de waarden van het Evangelie in de weg. Jezus zegt bijvoorbeeld: als je je verwanten, je kinderen, je eigendom en ook jezelf niet haat, kun je mijn leerling niet zijn. De vier of vijf andere plaatsen, met deze leer over de smalle weg die naar het leven voert, richten zich fel tegen onze hechtingen of ons vastzitten in gewoontes en tegen de hoeveelheid menselijke energie die we inzetten voor onze bevrediging d.m.v. die emotionele programma’s, omdat we bang zijn deze te verliezen. Deze verslaving is het meesterwerk van het ‘valse zelf’, dat zo in beslag genomen is door een of andere obsessie dat het niet meer kan inzien hoe ellendig het is of hoe groot de pijn is door zich zo te identificeren met een van die programma’s.

Een omvorming van het hart
De bewustwording van wie je bent, wordt in onze traditie zelfkennis genoemd. Dergelijke termen hebben een diepe betekenis, maar ze moeten wat worden aangepast voor een goed begrip in onze cultuur, waarin mensen zich niet meer identificeren met woorden als ascese enz. Er is niets mis met die woorden, maar we hebben nieuwe paradigma’s nodig die ook een meer psychologische werkelijkheid bezitten. Het ‘valse zelf’ bijvoorbeeld is een term die door Merton en anderen is gebruikt en die precies weergeeft wat Paulus verstaat onder de ‘oude mens’.
Waar Jezus op doelt zijn twee dingen. Hij wil ons allereerst bewust maken van de schat van genade die we ontvangen hebben bij onze doop, die een soort belofte inhoudt voor een spiritueel huwelijk. Dat is trouwens de echte betekenis van de doop. Daarnaast wil hij ons bewust maken van de ware ziel die God ons heeft gegeven en die ons van alles  voorziet wat we nodig hebben om dat doel te bereiken: innerlijke spirituele bronnen. En de eerste hiervan is de goddelijke inwoning zelf. Daaraan gekoppeld zijn de drie theologische deugden, de vier morele deugden: rechtvaardigheid, gematigdheid, kracht en nog een vierde, en de vruchten van de Geest: liefdadigheid, vreugde, vrede, geduld enz. en de zaligheden die daaruit voortvloeien.
Met andere woorden, ieder van ons is dus door de doop meer dan voldoende toegerust voor deze omvorming, je hoeft nergens anders te zoeken. Je hoeft alleen maar de bronnen te activeren die je gratis zijn gegeven met de genadegave van de doop. Tegelijkertijd is er dit valse zelf, zijn er deze gefossiliseerde programma’s voor geluk diep in ons. Zij zuigen onze energie weg die we nodig hebben om ons van die programma’s te ontdoen in het proces naar zelfkennis. Dit proces kan geleidelijk plaatsvinden door die dingen los te laten waarvan de Geest ons aangeeft dat ze het vrijmaken van de bovennatuurlijke gaven in de weg staan. Er is dus een soort goddelijke therapeutische situatie. Het traditionele woord hiervoor is natuurlijk ‘verlossing’, wat eigenlijk genezing betekent. Het is een term met een enorme diepte waar we jaren over kunnen mediteren. De goddelijke aanwezigheid in ons geneest en is verlossend. De vriendschap van Christus is dus zowel een relatie van vriendschap als een medicijn of therapie voor de schade die we hebben opgelopen bij het opgroeien, vaak zonder dat we daar zelf schuld aan hebben, en de schade die we hebben toegevoegd onder invloed van onze kinderlijke emotionele programma’s.
Een andere harde tekst uit het Evangelie is deze: “Geeft uw oog u aanstoot, ruk het uit.” Dit klinkt niet als de taal van een liefhebbende vader, maar dat is ze wel. Wijsheidsleraren zijn gewend om krachtig te spreken en te overdrijven om je aandacht te trekken. Wanneer je in gemeenplaatsen spreekt, kan het valse zelf die heel eenvoudig negeren en zal het de tv aanzetten of een vriend bellen of een drankje nemen teneinde niet tot zelfkennis te komen. Maar dat lukt niet wanneer je wordt gegrepen door zo’n harde uitspraak
Jezus roept dus niet op tot zelfverminking, maar Hij wil er het volgende mee aanbevelen, zoals het ook werd begrepen door de woestijnvaders. Wanneer je programma’s voor geluk – zekerheid, goedkeuring, genegenheid, controle houden – meer voor je betekenen, je dierbaarder zijn dan je hand, voet of oog, hak die dan af, want die belemmeren je om het Koninkrijk van God binnen te gaan. Dát is geen instelling of een geopolitieke autoriteit, maar de Christus-ervaring van de Vader als de uiteindelijke werkelijkheid, als abba. Het Koninkrijk van God is dus primair een bewustzijnstoestand, die natuurlijk werkelijkheid moet worden, geïncarneerd moet worden in ons sociaal gedrag. Het diepste begrip van het Koninkrijk is echter een omvorming van het hart. Welke omvorming? Het loslaten van onze programma’s voor geluk als bron om geluk te vinden, want ze zullen niet werken. (…)
De wereld zal niet veranderen, tenzij wij veranderen. Wanneer Jezus uit de woestijn komt waar hij de drie verleidingen van de duivel heeft weerstaan – het evangelie dat we steeds op de eerste zondag van de vasten horen – zijn zijn eerste woorden simpelweg: heb berouw, want het Rijk der hemelen is nabij (Mt 4,17). Berouw tonen betekent niet noodzakelijkerwijs fysieke oefeningen, ofschoon die nuttig kunnen zijn als een opening voor de omvorming van het hart. Wat Jezus zegt in dit wijsheidswoord en in de rest van zijn onderricht is: verander de richting waarin je zoekt naar geluk. Hou op met het geluk te zoeken in dingen die een bepaalde cultuur of milieu aanbieden, maar die in feite niets opleveren: macht, affectie, achting, goedkeuring, zekerheid. Laat die te grote vereenzelviging los, die door de spirituele schrijvers steeds ‘gehechtheid’ wordt genoemd, wat iets meer is dan je tot iets aangetrokken voelen. Het is een, soms bewust gekozen, betrokkenheid die geen enkel doel dient. Door contemplatief gebed kan die energie worden vrijgemaakt en beschikbaar komen voor de spirituele reis en voor de moeilijkheden die optreden tijdens die reis. De tegenstand, of zoals Jezus het noemt: de vervolging, zal ons dan niet overweldigen. De tragedies, de rampen, zelfs de wereldrampen zullen je niet meer overweldigen, omdat je niet op zoek bent naar een plaats van voortdurend geluk in deze wereld. Die bestaat hier namelijk niet. Als je dat niet bevalt, zoek een ander universum, want hier is het niet te vinden. (…)

Contemplatief gebed
Hoe kunnen we nu in contact komen met dat Koninkrijk, hoe kunnen we erin binnentreden, hoe kunnen we de obstakels ernaar verwijderen, hoe kunnen we ervan genieten, hoe kunnen we ons erdoor laten assimileren, hoe kunnen we Christus’ ervaring van God als abba in ons werkelijkheid laten worden? Ik durf te zeggen dat dit zonder contemplatief gebed niet kan worden bereikt, want dit is de kern, de volheid van het Evangelie. Daarom ook kun je allerlei mensen oefeningen zien doen, maar die toch geen verandering doormaken. We doen soms allerlei dingen vanuit een niet geschikte motivatie. Zelfs de grote beslissingen in ons leven, zoals een huwelijk aangaan of intreden in een klooster, kunnen worden beïnvloed door de emotionele programma’s voor geluk, omdat zij in de nieuwe situatie een bevrediging zien voor hun behoeften.
Wat is nu het recept dat Jezus voorstelt? Hij zegt: als je wil bidden, d.w.z. als je wil komen tot een diepere relatie met God die overeenkomt met je doopbelofte en die overeenkomt met de genadegaven die je hebt ontvangen, zijn er zaden die klaarliggen om gecultiveerd te worden. We hoeven ze alleen maar in ons leven toe te laten met de hulp van de genade,  voor zover het in ons vermogen ligt. En door onze inspanning zullen we er steeds meer achter komen dat onze inspanningen niet werken. Zonder dit inzicht zullen we nooit nederig genoeg zijn om de belangeloosheid van de goddelijke essentie te begrijpen. Zij is pure gave en het is de enige manier waarop ze kan worden ontvangen, zij kan niet worden verdiend of gewonnen. We kunnen onszelf niet redden, laat staan iemand anders.
Hoe dieper we ons realiseren niets te zijn, afhankelijk te zijn van God, des te meer zijn we gemotiveerd om ieder offer te brengen teneinde gered te worden van de wanhopige ziekte die de menselijke natuur heeft ontvangen. Daarom zegt Jezus op een andere plek: als je probeert je leven te redden, d.w.z. je valse zelf met zijn programma’s voor geluk, zul je jezelf te gronde richten; maar als je jezelf verliest, zul je ontdekken wie je bent (Mt 10,39). Niet je fysieke leven is het probleem en de oorzaak van je ongelukkig voelen, maar de gehechtheid aan je valse zelf. De dood zelf is, wanneer je het valse zelf hebt afgelegd, een genoegen. De feitelijke dood is deur naar de volheid van de omvorming en identificatie met Christus die nodig zijn om bij de Vader binnen te gaan, waar Christus is en waar we naast Hem zullen zitten. Dat is het normale en logische doel van het leven, waarvan Paulus zegt dat het al is bereikt, omdat het is opgenomen in het mystieke lichaam van Christus. Alles wat Christus heeft, is nu ook van ons. Niet omdat wij het verdienen, maar omdat Hij ons melodrama heeft geleefd en het overwonnen heeft door goddelijke liefde en mededogen.
Wanneer je wil bidden, d.w.z. wanneer je een diepere relatie wil met God en deze wil uitbouwen, probeer dan dit recept: ga je binnenkamer binnen, sluit de deur en bid tot je Vader in het verborgene, en je Vader die in het verborgene ziet, zal het je vergelden (Mt 6,6). De woestijnvaders en -moeders en theologen als Evagrius en anderen hebben in deze tekst het hulpmiddel herkend voor elk serieuze poging tot christelijke contemplatie of de ervaring van het Koninkrijk.
De binnenkamer krijgt een veel diepere betekenis als we ook de wetenschappelijke ontdekkingen van de psychologie erbij betrekken, zoals het begrip onderbewustzijn. De meeste problemen in ons dagelijks leven zijn geworteld in onderbewuste programma’s van zoeken naar geluk, zoals ik ze heb beschreven. In het dagelijks leven draag je een verborgen agenda mee, verborgen voor jou die zoekt naar geluk door de bevrediging te zoeken in een of meerdere van die programma’s of door je te grote identificatie met een of andere groep en zijn waarden, ook al zijn die in strijd met de waarden uit het Evangelie. Je binnenkamer binnengaan betekent dan: gedurende een bepaalde tijd je dagelijks bewustzijn loslaten en je aandacht richten op de spirituele dimensie van ons bestaan en nog dieper op de goddelijke inwoning en het ware zelf, die allemaal in het onderbewuste verborgen zijn, totdat je de spirituele reis in de een of andere vorm aanvaardt. Let op de nadruk die Jezus in deze wijsheidtekst legt. Hij spreekt van vasten, nachtwaken, het geven van aalmoezen en gebed, maar waarschuwt tegelijkertijd voor misbruik van deze uiterlijke   oefeningen vanuit motieven van het valse zelf. Hij beveelt bijvoorbeeld aan om je gezicht te wassen wanneer je vast, zodat niemand het zal opmerken. Ik heb geleefd in een gemeenschap waarin vasten een bron van competitie was: een beroepsrisico van een bepaalde levensvorm waarin de competitie wordt verlegd naar een ander gebied. Dat verandert echter niets aan het programma van het Evangelie om het wereldlijke op te geven. Het wereldse is niet de plek waar we wonen, maar de gehechtheid aan een van die drie energieniveaus.
Jezus zegt: schenk aandacht aan het cultiveren van het spirituele niveau van je bestaan. Schenk er aandacht aan door je even terug te trekken uit de omgeving waarin je je bevindt en uit de onrust van wat er om je heen en in jezelf gebeurt. Denk even na over wat het dagelijkse leven voor je betekent op het mentale niveau, vooral als je niet bewust aan iets denkt of aan het studeren bent of aan het werk. Waar denk je dan aan en waarom? Vrij snel zul je ontdekken dat het normale psychologische bewustzijn lijkt op het bekijken van een goede film, waarin je je zo identificeert met de hoofdpersonen of het plot dat je vergeet waar je bent. Je krijgt een soort ervaring die voor vijf of tien minuten heel goed voelt. Ons normale bewustzijn lijkt dus te worden beheerst door wat er gebeurt, waarbij we meestal passief accepteren wat er gebeurt en ons vaak gemanipuleerd voelen door wat er gebeurt. En wanneer we gefrustreerd raken door een van die programma’s, verschijnen de kwellende emoties, zoals woede, verdriet, schaamte, vernedering en ontmoediging. En dan komen de compenserende verlokkingen van de belangrijkste zonden, zoals lust, hebzucht en andere zaken, die gewoonlijk uitdrukking zijn van onvervulde behoeften. De grote onvervulde behoefte, het ware geluk, is de ervaring van een steeds dieper wordende relatie met wat Is, met de uiteindelijke realiteit die we in de joods-christelijke traditie God noemen.
Binnengaan in je binnenkamer is als het bekijken van een slechte film. Je hebt de vrijheid om weg te gaan en dan beginnen de gebeurtenissen weer. Dan zegt Jezus: sluit de deur. Dat is een symbool voor de interne dialoog die doorgaat nadat je je omgeving hebt buitengesloten. Wanneer je stopt met aan iets te denken, komt de verbeelding tot leven. Je wordt vervuld van allerlei gedachten. De uitnodiging om de deur te sluiten is de uitnodiging om te proberen de interne dialoog te stoppen die 24 uur per dag doorgaat en die eindeloos draait om gebeurtenissen en mensen die in ons leven komen en weer weg gaan en onze emotionele reacties daarop. Zelfs onze dromen gaan hiermee door. Let op Jezus’ oproep tot een dieper niveau van stilte, innerlijke rust als de weg naar vrede en de bron van geluk.
Ten slotte zegt hij: wanneer je aankomt in de binnenkamer, sluit de deur (laat de omgeving en het lawaai binnen in je achter je) en dan ben je in een positie om in contact te komen met de Vader waar Hij is: in de stilte. Stilte geeft ons de kans om te ontdekken wie we zijn. Gedachten lijken op een putdeksel boven een riool. Als je het putdeksel weghaalt, vind je wat er zich onder bevindt en dat is niet erg prettig. En tot we de emotionele rotzooi hebben weggehaald die zich daar gedurende ons leven heeft opgehoopt en die in ons lichaam als in een warenhuis ligt opgestapeld, blijven we constant bezig met onze kwellende emoties en verlangens en met gebeurtenissen die ons terneer drukken of van ons stuk brengen. Maar dat is niet hoe er geleefd moet worden en dat hoeft ook niet.
Dit is waar het Evangelie ons toe uitnodigt: vrede, vrijheid, liefde, vergiffenis. Prachtige woorden, maar wanneer we er niet naar handelen en wanneer we ze niet werkelijk ervaren, wordt ons leven een strijd vol teleurstellingen. En in ernstige trauma’s of situaties hebben we niet de middelen om daarmee om te gaan.

Communiceren wie je in werkelijkheid bent
Dit lijkt me van uiterst belang voor de leiders van een kerk die in de grond spiritueel georiënteerd is. Wanneer wij als spirituele leiders niet werken op dit gebied van onze psyche, zullen we onvermijdelijk veel verdriet veroorzaken bij anderen. Want dan gaan we een relatie met hen aan vanuit onze eigen psychologische behoeften in plaats van vanuit de objectieve wereld. Het valse zelf is als een centrum van zwaartekracht waaromheen onze talenten draaien als de planeten rondom de zon. En alles wat binnen die sfeer van emotionele aantrekkingskracht komt, wordt niet beoordeeld op zijn objectieve werkelijkheid, maar in hoeverre het, misschien onbewust, onze behoeften bevredigt, om daarna een verlangen te worden en een eis dat anderen onze buitensporige behoeften moeten respecteren, een opeisen van overdreven zekerheid, controle, genegenheid en achting. Het is een recept om ongelukkig te worden. En Jezus probeert ons met zijn grote liefde te genezen. En dit is een recept dat de woestijnvaders en -moeders interpreteerden, en zo interpreteer ik het ook, als een uitnodiging om onze relatie met God te verdiepen, wat gebed in essentie eigenlijk is. Het verdiepen van onze relatie met wat Is, met het mysterie van wie wij zijn en wie God is. En wat is onze beloning als we in het verborgene bidden? De Vader die in het verborgene ziet – misschien zou je ook kunnen vertalen: ‘die in het verborgene is’ – zal je belonen. Wat is de beloning? Eenheid met de Vader, waarvoor Jezus bad in zijn priesterlijk gebed: “dat zij één mogen zijn in Ons, zoals ook Wij één zijn”. Dat is oneindige eenheid. En uit díe contemplatieve ruimte – een term die in de eerste eeuwen van de exegese ontstond – kan effectieve actie pas echt ontstaan. Actie die niet alleen maar zo nu en dan wordt geïnspireerd door de Geest, maar door de voortdurende beweging van de Geest door de gave van raad, geboden om ons te leiden in de triviale dingen van het leven, maar ook in onze belangrijke beslissingen. Dat is de visie die Jezus lijkt te hebben van het Koninkrijk en van zijn leerlingen.
Tot op zekere hoogte wordt deze geestelijke begeleiding in sommige spirituele boeken overgedragen, maar ze wordt vooral overgedragen door het levende contact, d.w.z. door het voorbeeld. En het voorbeeld is niet alleen het resultaat van goed gedrag, het voorbeeld is dat je communiceert wie je in werkelijkheid bent. En als je een kind van God bent en leeft vanuit de vruchten van de Geest, hoef je eigenlijk niets te doen. Je kunt door de straat lopen en je stort de goddelijke liefde en energie uit over mensen en het universum, terwijl je dat zelf niet eens door hebt. Wanneer je dus de spirituele reis op het contemplatieve niveau aanvaardt, dan gaat de hele mensheid met je mee. Als je diepste leven geworteld is in Christus, dan is dat het leven zoals God het wil voor ieder van ons. Je werkt hard, maar doet dan een stap terug om te kijken hoe dingen gebeuren, want ze gebeuren niet vanwege jou, maar omdat de goddelijke Geest zich uiteindelijk heeft kunnen manifesteren in jouw uniek-zijn , met jouw gaven en in jouw situatie. Dit is misschien wel het grootste geschenk dat we God kunnen geven: te voelen hoe het is om onszélf te zijn. Niemand anders kan dat voor ons doen en dat is de enorme waardigheid van een menselijk wezen.

Het mystieke lichaam van Christus
Dit nu heeft enorme consequenties voor de wereld. De wereldvrede hangt af van de vraag hoeveel mensen dit veranderingsproces omarmen dat het Evangelie ons aanbiedt, evenals andere wereldreligies vanuit hun spirituele tradities. De problemen zullen niet worden opgelost door de politiek, door geweld of andere kinderlijke manieren om menselijke problemen of conflicten op te lossen. De mensheid heeft op wereldschaal nog niet het tijdperk van de rede bereikt; sommige mensen wel, maar het zijn er niet zo veel. Maar mocht dat niveau bereikt worden als een gemiddeld niveau van bewustzijn, dan zullen zich alle deuren openen naar hogere niveaus van bewustzijn, waar Jezus het over heeft wanneer Hij spreekt van geloof dat bergen kan verzetten of over liefde die bereid is het leven op te geven voor een ander. Het is allemaal bereikbaar wanneer we stappen ondernemen om de goddelijke inwoning tegemoet te treden volgens een bepaalde regelmaat en ons ontdoen van de spijt over de misleidende manieren waarmee we naar geluk hebben gezocht op de verkeerde plaats.
De hele maatschappij verzet zich tegen dit proces. Alles gaat maar over bevrediging, over verdediging, over acceptatie door onze groep, ons eigenbelang, ons nationaal belang. Wat een waanzin! Eigenbelang is dood, het is de manier om een rijk te gronde te richten, niet om het op te bouwen, zoals de hele geschiedenis heeft aangetoond. Alleen liefde kan deze wereld genezen. En op dit gebied kunnen de huidige wetenschappers ons helpen. Natuurkundigen geven aan dat alles wat er gebeurt direct effect heeft op andere dingen. De hele Schrift beklemtoont de eenheid van het universum. De mensheid is ontstaan uit één echtpaar: Adam en Eva. We hoeven dat niet als een historisch feit te aanvaarden, maar de boodschap is dat de mensheid één is. We zijn individuen, maar in wezen sociaal. Alles wat wij doen heeft effect op alles in het universum. Het zijn moderne wetenschappers die zo spreken, niet de mystici, maar het klinkt bijna hetzelfde.
Je kunt dit vertalen als: het mystieke lichaam van Christus. Paulus zegt dat wij delen zijn van elkaar, dat het oog niet tegen de voet kan zeggen: “Ik heb jou niet nodig”, en de nederige delen van het lichaam zijn net zo belangrijk als de andere delen. We zijn dus allemaal met elkaar verbonden. Deze leer ondermijnt alle sociale, politieke, etnische en andere stomme barrières die de mensheid heeft opgeworpen.
Elk van onze lichaamscellen draagt het DNA in zich dat het programma bevat van ons hele lichaam. Van het mystieke lichaam van Christus is Christus het hoofd. De Heilige Geest is verspreid over het hele lichaam, Jezus zei immers: “Ontvang de Heilige Geest.”  Het hele lichaam is dus doordrongen van de Geest van Christus, wat tot uiting komt in de theologische deugden en vruchten van de Geest die we ontvangen bij onze doop. Christus is dus in zijn Geest zo intiem in ons aanwezig door de genade en door ons doopsel dat we ons dat niet kunnen voorstellen. En de Geest zou je kunnen zien als een goddelijk DNA dat in ieder van ons aanwezig is en ons richt op het algemene welzijn van het mystieke lichaam, d.w.z. op het doel van de mensheid: het redden van alle anderen.
Daarom zijn niet alleen uw spirituele reis of vervolmaking of zuivering van belang, maar het gaat veeleer om het verbreiden en verspreiden van het Koninkrijk door de kracht van de Geest over de hele mensheid en om haar omvorming. Kunnen wij vanuit dit perspectief ooit gelukkig zijn, tenzij iedereen is gered?
Het karakteristieke van de mededogen en de liefde waar Jezus over spreekt is om in je hart iedereen te ontvangen met zijn lijden en om bereid te zijn iets van het lijden van anderen mee te dragen. Wanneer je op je spirituele reis bent met zijn psychologische ups en downs, met de lasten van het dagelijkse leven, en je identificeert met het lijden van Christus, is het onvermijdelijk dat je een deel van de menselijke last draagt. Zo worden we genezers, niet omdat we dat waardig zijn, maar omdat we deel uitmaken van een lichaam dat zich alleen maar bezighoudt met genezen.

Vertaling: Willy Eurlings

Aantekeningen

1. Dit is een wat ingekorte vertaling van de lezing “The Centrality of Contemplation for the Active Life” die Dom Thomas Keating op 9 juli 2004 heeft gehouden voor de Katholieke Jezuïeten Universiteit Creighton in Omaha, Nebraska. Ze kan in zijn geheel worden beluisterd op: http://magis.creighton.edu/MediaList.php?MainCategoryID=63&MainCategory=dvd_jj&SubCategoryID=90

2. Thomas Keating is abt geweest van de St.Joseph’s Abbey in Spencer, Massachusetts van 1961 tot 1981 en leeft momenteel in het St.Benedict’s Monastery in Snowmass, Colorado. Hij is geboren in New York in 1923 en werd begin veertiger jaren katholiek toen hij aan de Yale Universiteit studeerde. In 1944 trad hij in bij de trappisten. Hij is medeoprichter van de Centering Prayer Movement en van Contemplative Outreach, een non-profit organisatie zie zich bezig houdt met het stimuleren van deze christelijke vorm van meditatie.