Stilte

Ik liep vanmorgen om vier uur naar de kluis. De maan stortte stilte uit over het bos en het bevroren gras knisperde licht. Meer dan twee uur bidden bij het schijnsel van het haardvuur. De zon kwam op om 6.45 uur. De zoete, scherpe geur van het hout van de bitternootboom en stilte, stilte. Maar dan opnieuw vogels – aanwezigheid, oplettendheid.

Dancing in the Water of Life: Seeking Peace in The Hermitage 1997 (1963-1965) blz.92