We kunnen niet naar de hemel reizen.

Onze ontdekking van God is op een bepaalde manier Gods ontdekking van ons. We kunnen niet naar de hemel reizen om hem te vinden, omdat we niet kunnen weten waar de hemel is of wat hij is. Hij komt uit de hemel en vindt ons. Hij kijkt naar ons uit de diepte van zijn eigen oneindige wezen, dat overal aanwezig is, en wanneer Hij ons aanziet, geeft ons dat een nieuw bestaan en een nieuwe geest waarin we ook Hem kunnen ontdekken. We kennen Hem slechts voor zover wij door Hem worden gekend en ons schouwen van Hem maakt deel uit van zijn schouwen van zichzelf.

 Thomas Merton, Zaden van contemplatie. Damon 2015 p.38